Kapelkerk

De Kapelkerk dateert volgens sommigen uit ca. 1325, maar meer algemeen wordt aangenomen dat men met de bouw begonnen is omstreeks 1520, dus direct na het voltooien van de Grote Kerk. Ten tijde van de bouw van de Kapelkerk was de Laat nog water, daarom zit de ingang in de korte gevel aan de Kapelsteeg. Opvallend aan de Kapelkerk zijn de zeer talrijke natuurstenen banden in de bakstenen muren. In 1707 werd de kerk uitgebreid met een hoge dwarsbeuk in Hollands classicistische stijl aan de noordzijde. Hierin kwam een bankenblok te staan, waarin de leden van het stadsbestuur konden plaatsnemen. Het bankenblok werd uitgevoerd in de moderne Lodewijk XIV-stijl. Kenmerkend voor die stijl zijn de krullende acanthusbladeren aan de opzetstukken van de deurtjes. In 1760 werd het gebouw getroffen door een brand. Daarbij ging het middeleeuwse houten tongewelf verloren. Daarvoor in de plaats kwam het huidige stucgewelf met zijn verhoogde velden, voorzien van versieringen in rococostijl. Ook de houten preekstoel en de orgelkast met de bijbehorende houten omlijsting is in rococostijl uitgevoerd. Beide interieurstukken stammen uit 1762. Bij de vervaardiging waren Asmus Frauen uit Amsterdam en Willem Straatman uit Alkmaar betrokken. Het orgel is van de beroemde orgelbouwer Christian Müller. Tot de opmerkelijke interieurstukken behoren ook de grote koperen kaarsenkronen. Bezienswaardig zijn de kleurige glas-in-loodramen, vervaardigd in de jaren 1920-1940 door de bekende glazenier Willem Bogtman uit Haarlem. Tijdens het Kaasmarktseizoen is de Kapelkerk geopend op de vrijdag van 10.30 - 13.30 uur. Orgelconcerten zijn op die dag te beluisteren om 10.30 , 11.30 en 12.30 uur.